

naam |
ponsmachine |
|
|
functie |
drevel |
|
|
1. Voorbereiding: Bereid het te poneren materiaal voor om ervoor te zorgen dat het vlak is en niet beweegt.
Controleer tegelijkertijd of het snijgereedschap van de ponsmachine scherp is en of de machine normaal werkt.
2. Stel de positie van het gereedschap af. Stel de positie van het gereedschap op de ponsmachine af op basis van de positie en het aantal te ponsen gaten. In het algemeen zijn er twee soorten vast snijgereedschap en instelbare snijgereedschappen.
Kan worden geselecteerd op basis van de behoefte.
3. Pas de instelling van de ponseenheid aan: Stel de ponseenheid in volgens de vereisten van de ponseenheid
Kopen. Stel bijvoorbeeld de afstand tussen de gaten, de diepte van de gaten en de diameter van de gaten in. Verschillende soorten ponsen
De machine-instellingen kunnen variëren en kunnen worden bediend volgens de instructies van de machine.
4. Veilig gebruik: Let bij gebruik van de ponsmachine op de veiligheid. Draag een veiligheidsbril en
Handschoenen om te voorkomen dat vingers of andere voorwerpen het loopgereedschap raken.
5. Ponsbewerking: Plaats het te ponsen materiaal op de werktafel van de ponsmachine en lijn het uit
Positie van het gereedschap. Druk vervolgens op de knop of het pedaal op de ponsmachine om het gereedschap omlaag en door het materiaal te duwen,
Het gat is geponst.
6. Schoonmaakwerkzaamheden: Na het ponsen moeten het afval en de resten van de ponsmachine op tijd worden verwijderd.
Houd de machine schoon en netjes.