Lab icp ms Inductief gekoppelde plasma-massaspectrometer met EXW Prijs
1 Naam van het instrument ICP6300A ICP Atomic Emission Spectrometer
2 Inleiding Dit instrument is een compacte, goedkope en superieure operationele sequentiële hoge frequentie inductief gekoppelde plasma atoomemissiespectrometer, ontworpen voor gebruik voor een breder scala aan ICP atoomemissiespectrofotometrische analysebehoeften.
Dit instrument heeft de volgende kenmerken: 1. Kan op een tafelblad worden geplaatst met beperkte beperkingen op temperatuurbereiken, enz. 2. Eenvoudige werking met efficiënte routinematige analyse.
3 onderdelen Dit instrument bestaat uit de volgende eenheden: 1. RF-voedingseenheid 2. Sample-introductieeenheid 3. Spectroscope-eenheid 4. Regeleenheid 5. Rekeneenheid
4 Specificaties van de unit 4.1 voedingseenheid met hoge frequentie Frequentie 27,12 MHz Vermogen 0.5 ~ 1,2 kW (instellingen in stappen van 0,1 kW) Circuit Alle Solid State circuits Koeling luchtgekoeld Overeenkomende π-Type Auto Matching Contact Auto contact
4.2 Sample Introduction Unit Samenstelling kwarts glasplaten, concentrische vernevelaar, Spuitkamer Bereik gasstroom Plasmagas 14 ~ 20 l/min. Hulpgas 0 ~ 2 l/min. Draaggas 0 ~ 0,4 MPa Kamergas 0 ~ 2 l/min. De argon gas-druk van het apparaat te zien is laag Waterdruk laag (voor koeling van de werkspoel) Deur van de zaklantaarn open Plasma gasflow
4.3 Spectroscope-eenheid Type Double monochromator Type Golflengtebereik 175 nm ~ 800 nm Resolutie (FWHM) 0,009 nm (bij 313 nm) In-/uitloopsleuf vast Stappenmotor voor de rijaandrijving Golflengte stop ±0,001 nm Reproduceerbaarheid Detector fotomultiplier buis: R306 en een ander type 1. Sorteer Berg Seya-Namioka Brandpuntsafstand 20 cm. Diffractie raspen Holographic Concave Diffraction raspen 2. Echelle-monochromator Berg Czerny-Turner Brandpuntsafstand 30 cm. Diffractie raspen Echelle Plane Diffraction raspen 3. Vacuüm ultraviolet gebied Kan worden doorgeblazen met argon of stikstofgas 4. Condensatiesysteem Variabele observatiehoogte (0 tot 30 mm)
4.4 regeleenheid Spectroscope-golflengte scannen Wijziging van de fotomultiplier-buis Verandering van de spanning in de buis van de fotomultiplier RF-uitgangsregeling Kamergas
4.5 rekeneenheid CPU MMX-technologie PentiumTM 166 MHz of hoger RAM 32 MB of meer HDD van 2 GB of meer FDD 3.5 inch (3 modi) CD-ROM 8x snelheid of hoger Besturingssysteem Microsoft®Windows®95 CRT 17 -kleurenmonitor Printer A4 laserprinter
Pentium is een gedeponeerd handelsmerk van Intel. Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
5 Software De software voor dit instrument maakt gebruik van de functies van het Windows-systeem en kan op dezelfde manier worden bediend met software van andere markten. De software heeft de functies die nodig zijn om analyses uit te voeren gecomprimeerd en biedt een gebruiksvriendelijke omgeving voor een breed scala aan analysebehoeften. De software bevat de 6 functies die hieronder worden uitgelegd.
5.1 Bestand Selecteert de hieronder beschreven bewerkingen voor analyse en conditiebewerking, evenals het openen van analysegegevens en resultaatbestanden.
5.2 Meetomstandigheden Creëert de meetvoorwaarden die nodig zijn voor kwantitatieve en kwalitatieve analysemetingen. Analysecondities bepalen Meting Meet in één meetprofiel met maximaal 80 elementen × 20 analyselijnen. Kwalitatieve bepaling Voert kwalitatieve analyse uit op basis van de spectrumprofielgegevens die zijn verkregen uit de meting. Identificeert de elementen in het monster in 3 stappen en berekent de geschatte concentratie. Bepaling van de conditie Maakt automatisch kwantitatieve analysevoorwaarden op basis van de spectrumprofielgegevens die zijn verkregen uit de meting. Selecteer standaard, blanco of onbekend monster. Kwantitatieve analysecondities zoals de totale tijd, de juiste analyselijn, of er al dan niet achtergrondcorrectie moet worden uitgevoerd, enzovoort voor elke elementanalyse worden automatisch gemaakt. Analysevoorwaarden bewerken Hiermee bewerkt u de analysevoorwaarden die worden gebruikt in metingen van kwalitatieve analyses. De condities bestaan uit meetcondities voor elk element (analyselijn), algemene condities en standaard sample condities. Alle noodzakelijke voorwaarden kunnen worden ingesteld en het bestand kan worden opgeslagen. Ook zijn tijdens het bewerken van condities hulpfuncties toegevoegd, waaronder hulpmiddelen, bepaling van de analyseconditie en kwalitatieve bepaling. Door deze toevoeging kan de informatie die tijdens het bewerken is verkregen onmiddellijk worden gebruikt voor instellingen.
5.3 Analyse Voert kwalitatieve en kwantitatieve analyse uit. Kwalitatieve analyse Voert een snelle identificatie uit terwijl een maximaal 72 element analyse lijnprofiel wordt gemeten. Elementen in het monster worden in 3 stappen geïdentificeerd en de geschatte concentratie wordt berekend. Kwantitatieve analyse handmatige meting Door handmatige bediening van monsters, kwantitatieve analysemetingen van maximaal 80 elementen, kunnen 170 monsters worden uitgevoerd. Bewerk de sample-condities voor de aangegeven kwantitatieve analysecondities. Klik vervolgens op de knop meten om de meting te starten. Tijdens metingen kunnen de meetgegevens, kalibratiecurves en het spectrumprofiel worden bekeken. Kwantitatieve analyse Autosampler-meting (optie) Met behulp van de automatische monsternamefunctie wordt het monster automatisch geïntroduceerd en kunnen kwantitatieve analysemetingen van maximaal 80 elementen worden uitgevoerd, waarbij 170 monsters kunnen worden genomen. Er kunnen maximaal 10 condities worden geselecteerd voor de kwantitatieve analyse en continue metingen zijn mogelijk met de automatische monsternamefunctie. Er is ook een automatische aan/uit-functie voor het plasma toegevoegd.
5.4 gegevens Controleert en verwerkt gegevens die bij elke analyse zijn verkregen. Kwalitatieve gegevens Geeft gegevens weer die zijn verkregen uit kwalitatieve analyse, bewerkt of afgedrukt. Displays en overlap geven het gemeten spectrumprofiel weer. Gegevens voor het bepalen van de conditie Geeft gegevens weer/bewerkt (selectie van analyselijn, instellingen voor achtergrondcorrectie, enz.)/drukt gegevens af die zijn verkregen met behulp van conditiebepaling. Displays en overlap geven het gemeten spectrumprofiel weer. Kwantitatieve gegevens Geeft meetgegevens weer/bewerkt (conversie van eenheden, berekening van verdunningsgraden, berekening van moleculair gewicht)/drukt deze af. Hiermee worden spectrumprofielen weergegeven/bewerkt (overlappend)/afgedrukt. Toont/bewerkt (maken, onbekende concentratieberekening, standaard-toevoegmethode)/drukt kalibratiecurves af. Laadt Excel en plakt de profielgegevens en kalibratiecurvegegevens op een Excel-blad. Met deze functie kan de gebruiker de gegevensinformatie vrij beheren.
5.5 gereedschap Bevat de gereedschappen die nodig zijn voor normaal gebruik van bijvoorbeeld plasma-ontsteking en golflengte-initialisatie. Door de werking van het instrument of eenvoudige metingen kunnen de toestand of de prestaties worden gecontroleerd. Plasma Ignite/blussen Ontsteekt en dooft het plasma automatisch. Initialisatie golflengte Initialiseert automatisch de golflengte. Profielmeting Meet onmiddellijk het spectrumprofiel zonder ingewikkelde conditieinstellingen. Kan ook maximaal 5 gemeten spectrumprofielen overschrijven. DL-meting Meet blanco monsters/standaardmonsters en berekent de detectielimiet. Meting van de distributie Hiermee wordt een grafiek gemaakt met behulp van de RF-uitvoer of -observatiehoogte op de horizontale as en de intensiteit of SB-verhouding op de verticale as. Golflengtecorrectie Corrigeert de golflengteafwijking van het instrument. Deze functie vermindert de piekfouten in de analyse. Werking van het instrument Geeft de status en de regeling van het instrument weer.
5.6 Instellingen Onderhoud Houdt de database bij die wordt gebruikt voor elke analyse of onderhoud van het instrument. Golflengte-database Gebruikt voor het maken van de kwalitatieve analyserelijn of het bewerken van de analyse- of interferentielijn. Systeemgegevens Bewerkt verschillende gegevens die worden gebruikt om het instrument te bedienen. Deze functie wordt gebruikt voor onderhoud van instrumenten. Foutgeschiedenis Registreert en slaat automatisch de inhoud van fouten op wanneer er problemen met het instrument optreden. Deze functie is zeer nuttig bij het oplossen van problemen. Optie-instellingen Hiermee kunt u wijzigingen in de weergavekleur van het spectrumprofiel en gedetailleerde instellingen voor metingen die normaal niet worden gebruikt, inschakelen.
6 Afmetingen en gewicht Hoofdeenheid 750 W × 680 D × 665 H (mm), 90 kg (Zonder Autosampler) RF-voeding 380 W × 510D × 460 H (mm), 32 kg
7 nutsbedrijven Koelwater zacht water, druk 0.1 ~ 0,2 MPa (minimaal 0,05 MPa of meer tijdens pulsatiestroom), 2 l/min of meer, 20 ~ 25 ºC is ideaal. (geen dauwvorming) Argon gaszuiverheid 99,99 vol% of meer, conform JIS-specificatie K1105 Druk 0,4 MPa, debiet 16 l/min (standaardgebruik). Stikstofgas stikstofgas kan worden gebruikt voor het purgen van de spectroscoop in plaats van argon-gas. (Voor purgeren) zuiverheid 99,99 vol% of meer, dauwpunt -70 ºC of minder. Druk 0,4 MPa, debiet 10 l/min. Voeding enkelfasige AC100V ±10V 15A geaard (Gemiddelde verbruikte stroom 7A) Driefasige △-draad AC200V ±20V 15A geaard (Gemiddelde verbruikstroom 13A) Opmerking: Bij gebruik van het circulatiewaterkoelsysteem (voor werkspoel) is EEN afzonderlijke eenfasige AC100V 2A vereist. Duct Flow 5 m3/min of meer, 200ºC hittebestendigheid (inlaatpoort), diameter 200mmφ met demper bevestigd. Bedrijfstemperatuur kamertemperatuur 10 ~ 30 ºC en temperatuurveranderingen binnen 5 ºC/30 min. Vochtigheid 80% of minder (geen dauwvorming)
8 bijlagen 1. Bedieningshandleiding 1 kopie 2. Testrapport 1 kopie 3. Computerbijlagen 1 Set 4. Printer Attachments 1 Set 5. ICP3600A -SYSTEEM CD-R 1 6. Tygon-buis (1/32"×3/32") 1 m. 7. Tygon-buis (7/16"×9/16") 1 m. 8. Teflon-buis (AWG24) 1 m. 9. Kegelhuls 5 10. BTW-afwateringsregeling 1