Toepassing/gebruik |
Systemische fungicide met beschermende, curatieve en uitroeiende actie. Snel opgenomen in de vegetatieve delen van de plant, met translocatie voornamelijk acropetaal. Gebruik als zaaddressing is tebuconazole effectief tegen diverse smut- en bunt-ziekten van granen zoals Tilletia spp., Ustilago spp. en Urocystis spp., ook tegen Septoria nodorum (via zaad overgedragen), bij 1-3 g/dt-zaad; en Sphaceloteca reiliana bij maïs, bij 7.5 g/dt-zaad. Tebuconazol controleert als spray talloze ziekteverwekkers in diverse gewassen, waaronder: Roest (Puccinia spp.) bij 125-250 g/ha, poederachtige meeldauw (Erysiphe graminis) bij 200-250 g/ha, scald (Rhynchosporium secalis) bij 200-312 g/ha, Septoria spp. bij 200-250 g/ha, Pyrenophora spp. bij 200-312 g/ha, Cochliobolus sativus bij 150-200 g/ha, en hoofdkoren bij 188-250 ha (spek) bij granen (pag. Bladvlekken (Mycosphaerella spp.) bij 125-250 g/ha, bladroest (Puccinia arachidis) bij 125 g/ha, en sclerotium rolfsii bij 200-250 g/ha, in pinda's; zwarte bladstrook (Mycosphaerella fijiensis) bij 100 g/ha, in bananen; Stamrot (Sclerotinia sclerotiorum) bij 250-375 g/ha, Alteraria spp. bij 150-250 g/ha, stamkanker (Leptosphaeria maculas) bij 250 g/ha, en Pyrenopeziza brassicae bij 125-250 g/ha, in koolzaad; blisterblicht (Exobasidium-vexanen) bij 25 g/ha, in soja, haki, bij 100-150 g/ha; Monilinia spp. bij 12.5-18.8 g/100 l, poederachtige meeldauw (Podosphaera leucotrecha) bij 10.0-12.5 g/100 l, Sphaeroteca pannosa bij 12.5-18.8 g/100 l, scab (Venturia spp.) bij 7.5-10.0 g/100 l, witte rot in appels (Botryosphaeria dothome idea) bij 25 g 100 en steen; Poederschimmel (Uncinula necator) bij 100 g/ha, in wijnstokken; roest (Hemiloia vastatrix) bij 125-250 g/ha, bessenvlekziekte (Cercospora cofficola) bij 188-250 g/ha, en Amerikaanse bladziekte (Mycena citricolor) bij 125-188 g/ha, in koffie; Witte rot (Sclerotium cepivorum) bij 250-375 g/ha, en paarse blotch (Alteraria porri) bij 125-250 g/ha, in bollengroenten; bladvlek (Phaeoisariopsis griseola) bij 250 g/ha, in bonen; vroege blight (Alteraria solani) bij 150-200 g/ha, in tomaten en aardappelen. Fytotoxiciteit goede plantencompatibiliteit in de meeste gewassen met elke formulering, en bereikt in gevoeligere gewassen door geschikte formuleringen, bijv. WP, WG of SC. |
ECOTOXICOLOGIE |
Vogels Acute oraal LD50 voor mannelijke Japanse kwartel 4438, vrouwelijke Japanse kwartel 2912, bobwhite kwartel 1988 mg/kg b.w. Diëtaan LC50 (5 d) voor eenden met een allard >4816, bobwhite kwartel >5000 mg/kg voer. Vis LC50 (96 uur) voor regenboogforel 4.4, blauwgill zonnevis 5.7 mg/l (doorstroom). Daphnia LC50 (48 u) 4.2 mg/l (doorstroom). Algen ErC50 (72 uur, statisch) voor Selenastrum capricornutum 3.80 mg/l. Andere waterspp. Geen effect op de riparius van de Chironomus bij 0.1 mg/l (28 d). Bijen LD50 (48 uur, oraal) 83 mg/bij; (contact) >200 mg/bij. Wormen Acute LC50 (14 d) voor Eisenia foetida 1381 mg/kg droge grond. Andere voordelige spp. Geen nadelige effecten op grondbewoners, bijv. grondkevers (Poecilus cupreus) (volwassenen en larven) of op de huiden, bijv. ladybirds (Coccinella septempunctata), tot 375 g/ha (EW 250-formule). |